Vitrine 44
theo jansen
Nadat ik in 1995 weer in Nederland kwam wonen, las ik weleens de columns van Theo Jansen in de Volkskrant. We hadden geen abonnement, dus veel zal ik er niet gelezen hebben. Ik heb ze wel onthouden, vooral omdat er altijd mooie tekeningetjes onder stonden. Zonder die illustraties was ik de stukjes waarschijnlijk niet gaan lezen. Ik ben sowieso snel klaar met het wetenschappelijk katern van de krant. Ik kijk meestal alleen naar de plaatjes.
Carolien van der Donk, de artistiek leider van de Electriciteitsfabriek, vertelde me dat ze een retrospectief van Theo Jansen aan het organiseren was. En of ik daarmee niet iets in mijn VITRINE wilde doen. Aanvankelijk was ik niet eens zo enthousiast.
Ik had al plannen voor een volgende VITRINE en ik ben met die dingen niet erg flexibel. Toen ik er even over had nagedacht vond ik dit plan om aan te haken bij de Electriciteitsfabriek toch zo leuk, dat ik me nu haast niet meer kan voorstellen dat ik zo terughoudend was. Theo Jansen van de prachtige strandbeesten! Het idee om als kleinste podium samen te werken met het grootste (en mooiste) podium van Den Haag…. Ze liggen ook bij elkaar in de buurt.
Ik bedacht me dat ik iets wilde laten zien, dat niet in de Electriciteitsfabriek te zien zou zijn, en dacht al gauw aan die columns. Ik vroeg aan Theo of hij de originelen nog had. Na een week kreeg ik een volle plastic tas met een reusachtige map in mijn handen geduwd.
In plaats van een plan te maken begon ik ze meteen te lezen, beginnend bij de bovenste die gedateerd was op 16 maart 1996. Theo Jansen is niet alleen een wetenschapper/kunstenaar/muzikant/mad scientist, hij schrijft ook fantastisch. De columns beginnen allemaal heel prikkelend en toegankelijk, waardoor je denkt dat je het meteen snapt. Tegen het einde, meestal als ik op driekwart van het stukje zit, komt er ineens een som of een formule en wordt het toch vaak te moeilijk voor mij. Er zijn columns, zoals bijvoorbeeld het stukje “Fokken”, die ik bijna helemaal niet begrijp. In die column schrijft hij: “U zult dit stukje wel 10 keer moeten lezen voordat u het begrijpt”, om vervolgens te schrijven dat hij het zelf ook 100 keer opnieuw heeft gelezen. Theo lijkt me iemand die vroeger op de basisschool van redactiesommen hield en daarom later natuurkunde in Delft is gaan studeren. Ik heb altijd een uitgesproken hekel aan die sommen gehad en ik was er dan ook slecht in. Op de middelbare school zat ik me bij natuurkunde bijna altijd af te vragen waar de les in hemelsnaam over ging. Bij iedere gelezen column van Theo noteerde ik, hoeveel ik van het stukje begreep. Dit deed ik met één krul voor ja, ik kom een heel eind. Twee krullen voor hé, ik begrijp het echt. Een krul en een kruisje voor, leuk stukje, maar tegen het einde ben ik hem kwijt. Enzovoort tot 2 kruisjes voor, oh wat een leuke titel, mooie tekening en nee, dit gaat mijn intellect echt te boven. Ik had niet zoveel tijd en kon me niet permitteren om veel te herlezen, dat 10 keer nalezen dat kwam er dus niet van.
Ik wilde heel graag dat de VITRINE- bezoekers ze zouden gaan lezen. Daarom besloot ik er niet teveel tegelijk op te hangen. Uiteindelijk kwam ik uit op 19 columns voor deze installatie. Direct hierna wilde ik weten hoeveel er nu eigenlijk in die map zaten. Ik wilde alleen de originele uitgeknipte gebruiken, geen fotokopieën. Fotokopieën en originelen lagen door elkaar, omdat ik telkens bleef lezen, was het lastig tellen. Met behulp van een vrij gemakkelijke redactiesom had ik erachter kunnen komen dat ik precies genoeg columns had voor 6 weken. Maar u begrijpt het, zo werk ik niet. Ik heb stapels gemaakt van telkens 19 stukjes papier. Uiteindelijk had ik precies 6 stapels, met 3 losse columns die over waren. Die 3 kwamen mij zeer goed van pas, want in die 6 stapels was ik 3 columns tegengekomen die slecht waren gedrukt en niet goed leesbaar waren. Een schitterend toeval.
Als toevoeging heb ik een doos Meccano gekozen. Prachtig, maar toentertijd nogal seksistisch speelgoed. Deze doos stamt uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Op de kaft van het boekje dat erin lag, staat: Meccano voor de ontwikkelde jongen.
Daaronder:
De drie grote doelstellingen van het Meccanogilde:
•Het leven van iedere jongen mooier en gelukkiger te maken
•Het aankweken van een reine geest, waarheidsliefde, ambitie en initiatief bij jongens.
•Het aanmoedigen van jongens bij hun liefhebberijen en speciaal bij de ontwikkeling van hun kennis van mechanische en werktuigkundige principes.
Het spreekt voor zich dat ik als meisje nooit met Meccano heb gespeeld, ik ben meer van de Barbi. Theo zal er naar alle waarschijnlijkheid wél mee gespeeld hebben.
Maar dat moet ik hem nog vragen.
VITRINE 44
March 20, 2014